Otto Dix

In 1914 trad Otto Dix, leerling van de Academie voor Schone Kunsten in Düsseldorf, op vierentwintig jarige leeftijd in dienst bij de Duitse troepen aan het westfront. Als meester van het Duitse expressionisme maakte hij tussen 1920 en 1924, onder invloed van Grosz, een werk waarin hij in een aangrijpende en gewelddadige stijl zijn antimilitarisme en zijn haat tegen de oorlog uitdraagt.

De 50 etsen die in het Historial te zien zijn, zijn samengebracht in één van de zeldzame complete verzamelingen van de serie Der Krieg (de Oorlog).
Omdat Dix door de nazi’s beschouwd werd als een “gedegenereerde kunstenaar” werden vrijwel alle 70 exemplaren die in 1924 door Karl Nierenhof in Berlijn uitgegeven werden, in de jaren dertig vernietigd.

In 2021 heeft het Historial de 51e ets “Soldat und Nonne, Vergewaltigung” aangekocht! Deze prent, die deel had moeten uitmaken van de serie Der Krieg, werd er door de uitgever uitgehaald vanwege het grensoverschrijdende karakter van de uitgebeelde scène.
Het onderwerp van deze 51e ets is namelijk een taboe. Er wordt uitgebeeld hoe een Duitse soldaat een non verkracht, duidelijk herkenbaar aan haar nonnenkap. Dix wilde hiermee herinneren aan de seksuele misdragingen tijdens de oorlog.

Dankzij deze aankoop is het Historial de la Grande Guerre het enige museum ter wereld dat de serie Der Krieg in zijn geheel kan laten zien. (De 51e ets is tentoongesteld in het lademeubel in de Otto Dix zaal).

Der Krieg

Het werk Der Krieg herinnert op uitzonderlijke wijze aan de tragische werkelijkheid van de Grote Oorlog, gezien vanuit Duitse ogen, dat wil zeggen zonder enig onderscheid tussen de vijanden. Otto Dix trachtte het lijden, de verwondingen en de dood van de soldaten in zijn kamp te tonen, in een periode waarin hij voelde aankomen dat de opkomst van het nazisme tot een nieuw conflict zou kunnen leiden.

Deze cyclus, geïnspireerd door de “verschrikkingen van de oorlog” van Goya, beantwoordt aan de noodzaak om de meegemaakte gruwelijkheden te vergeten: “Als je jong bent, ben je je er absoluut niet van bewust dat je ondanks alles diep getekend bent. Want jarenlang, zeker tien jaar lang, droomde ik dat ik door in puin geschoten huizen moest kruipen (echt waar), door gangen waar ik nauwelijks doorheen kon. De ruïnes waren altijd aanwezig in mijn dromen …”.

De etsen met macabere thema’s vormen een afschuwelijke dagelijkse kroniek. De thema’s van vernietiging, vervorming en verminking van het menselijk lichaam steken af tegen een clair-obscur in een apocalyptische visie. De meeste scènes tonen de alomtegenwoordigheid van de dood die heerste aan de Somme en in Picardië, waar Otto Dix vocht.

Otto Dix toonde geen enkel respect voor de soldaten, zijn vroegere kameraden. In plaats van de heldhaftigheid te verheerlijken, klaagde hij de verwoestende wreedheid aan. De kunstenaar bleef ook daarna onophoudelijk getuigen van de effecten van de oorlog op mens, natuur en erfgoed. Toen hij in 1933 door de nazi-autoriteiten ontslagen werd als professor aan de Academie van Dresden, werden zijn werken getoond op een tentoonstelling van “gedegenereerde kunsten” (Entartete Kunst) en gedeeltelijk vernietigd. Dix streek neer in Hegau, Bade-Würtemberg, en vervolgens vanaf 1936 in Hemmenhofen aan de oevers van het Bodenmeer, waar hij zich toelegde op godsdienstige thema’s.

Voor meer informatie:

– Catalogus Gallimard: Der Krieg
Dit schitterende werk, uitgegeven door Gallimard en gemaakt door het Historial de la Grande Guerre, bevat 50 etsen, voorzien van commentaar.
Verkrijgbaar in de boetiek-boekwinkel van het Historial in Péronne! Prijs: 24 euro.

– Schrift van het Historial nr. 4 “Otto Dix, les morsures de la guerre
Verkrijgbaar in de boetiek voor 2 euro