Anoniem (1917). Eén van de eerste affiches die werden uitgegeven in de Verenigde Staten. De geestdrift van 1917 herinnert aan het uitbreken van de vijandelijkheden met Duitsland op 6 april 1917, de deelname van de Amerikanen aan de Slag bij Cambrai (21 november 1917) en het belang van het Marinierskorps binnen de strijdkrachten van de Verenigde Staten. Nummer 4 AFF9_5
FLAGG James Montgomery (1918). De voorpagina van de krant die op de grond gegooid is, met de titel “De “Hunnen” doden vrouwen en kinderen”, herinnert aan de gruwelijkheden begaan door de Duitsers in België. Deze oproep aan Amerikanen om zich aan te sluiten bij het marinierskorps en de bezette streken terug te veroveren, werd overgenomen in een gedicht in de New York Herald. Nummer 4 AFF13_5
BULL Charles Livingston (1918). Leenposter uit 1918. De Amerikaanse adelaar beschermt en bemoedigt het opstijgen van een eskader Amerikaanse vliegtuigen, die niet alleen ware luchtgevechten aangaan, maar ook het vijandelijk gebied kunnen bombarderen. Nummer 4 AFF70_5
PORTEOUS R. H. (1917). Achter de Amerikaanse vlag herinneren gevechtstaferelen op zee en op land aan het geweld van het conflict. In 1917 lanceerde de Amerikaanse staat zijn tweede lening met het geruststellende en ontroerende gezicht van een “grandma” om in te schrijven uit naam van de vrijheid. Het “home front” (de burgers) werd onmiddellijk gemobiliseerd voor de economische oorlog. Nummer 4 AFF10_5
MACAULEY G. R. (1917). Het vrijheidsbeeld werd op meerdere Amerikaanse leenaffiches afgebeeld. Hier zwaait het beeld in één hand met de fakkel en wijst met een vinger naar de voorbijganger om hem aan te zetten om in te schrijven op de eerste lening, “zoniet dan zal ik omkomen". Deze techniek om de voorbijganger aan te spreken werd gebruikt door vele affichetekenaars in de verschillende oorlogvoerende landen. Nummer 4 AFF14_5
HERTER Albert (1918). De Young Men’s Christian Association (Y.M.C.A.), een in 1884 opgerichte protestantse humanitaire organisatie, gaf morele steun aan Amerikaanse soldaten die in Frankrijk ingedeeld waren. De 2000 militaire tehuizen die in Frankrijk opgezet werden, boden een plek om uit te rusten, zich te vermaken en te eten. Nummer 4 AFF45_5
NORTON John (1918). Dit leenaffiche gebruikt een simpele iconografie en een simpele slogan: “Houd ze ver van de Verenigde Staten”. De met de Duitse keizerarend gesierde laarzen zijn bedekt met bloed, als herinnering aan de gruweldaden van 1914 en het imago van barbaar, “Hun”, dat de Geallieerden aan hun vijand gaven. De aankoop van een schuldbrief moest de invasie van de Verenigde Staten afwenden. Nummer 4 AFF11_5
GROESBECK Dan Sayre (1917). Uncle Sam, sinds 1812 gebruikt als symbool van de Verenigde Staten, werd tijdens de twee wereldoorlogen afgebeeld met de leus “We Want You” om Amerikaanse soldaten te werven. Hier roept hij op om een tweede Amerikaanse lening te nemen, want de vrijheid maar vooral het leven van de soldaten hangt af van de financiële inspanningen van de burgers. Nummer 4 AFF12_5
COFFIN William Haskall (1918). Het icoon van Jeanne d’Arc werd veelvuldig gebruikt in reclames. Met dit vrouwelijke symbool van heroïsche inzet konden vrouwen opgeroepen worden om bij te dragen aan de oorlogsinspanning. Haar zwaard, dat vroeger ten dienste van Frankrijk was, moest nu Amerika in oorlog redden. Nummer 4 AFF16_5
TREIDLER Adolph (1918). Een Amerikaanse soldaat snijdt met zijn mes nog een keep in de kolf van zijn geweer. Hiermee drukt hij zijn bijdrage aan een recente veldslag uit, die van Château-Thierry (in de Aisne van 18 t/m 21 juli 1918) die één van de eerste belangrijke confrontaties was waaraan de American Expeditionary Force (A.E.F.), onder leiding van generaal Pershing, met succes deelnam. Nummer 4 AFF44_5
PENNEL Joseph (1918). Deze apocalyptische afbeelding laat zien hoe de haven van New York bij een aanval door de vijand door de vlammen verteerd zou worden. Het is de eerste iconografische afbeelding die de kracht van luchtbombardementen uitbeeldt. Nummer 4 AFF65_5
CHRISTY Howard Chandler (1918). De Amerikaanse Marine, zeer actief in de oorlog, was een onmisbare schakel om mannen en materieel naar het Franse front te vervoeren. De allegorie van Amerika zet aan om obligaties te kopen om “vrij baan te maken voor de Geallieerden”. Nummer 4 AFF75_5
ORR Alfred-Everitt (1919 ?). De financiële deelname aan oorlogsleningen was een manier om de oorlog snel en zegevierend te beëindigen. De terugkeer van de soldaten naar huis was niet anders denkbaar dan als een triomf en met militaire onderscheidingen. De van de vijand afgepakte trofee geeft concreet uitdrukking aan de superioriteit van de Amerikaanse soldaat boven de Duitse. Nummer 4 AFF79_5
CHRISTY Howard Chandler (1919). Deze allegorie van de Verenigde Staten is een eerbetoon uit 1919 aan het offer van de Amerikaanse soldaten. De lijst met namen van gevarieerde oorsprong herinnert aan de immigranten die meegedaan hebben aan de oorlog. De bedoeling was in een gezamenlijk patriottisme (en een gezamenlijke financiële bijdrage) mensen te verenigen die afkomstig waren uit landen waarvan sommige tegen de Verenigde Staten hadden gevochten. Nummer 4 AFF87_5
STOOPS (1925). De Interallied Federation of American Veterans gebruikte een oudere affiche om geallieerde oorlogsgewonden te hulp te komen. Het citaat is afkomstig uit een beroemd gedicht, getiteld "In Flanders Fields", van John Mc Crae, een Canadese militaire arts. De klaproos (poppy) werd al vanaf 1921 door de Britten gekozen als "herdenkingsbloem”. Nummer 4 AFF82_5
