Presentatie van de collectie

Deze persoonlijke en collectieve herinneringen zijn verrassende, ongewone en soms onbeduidende stukken, die het verval van de oude wereld en de geboorte van de 20e eeuw schilderen in een culturele, sociale en militaire benadering.

Duizenden affiches, lithografieën, uniformen, voorwerpen uit het dagelijkse leven, ansichtkaarten, geschriften en tijdschriften, foto’s*, souveniralbums … en nog veel meer geven een internationaal overzicht van het conflict.** **

Door de leefomstandigheden van zowel soldaten als burgers te tonen geeft het museum inzicht in de impact van een moderne oorlog op een volledig op z’n kop gezet dagelijks leven. Een dagelijks leven bekeken vanuit een nationale en internationale en zelfs lokale dimensie. Op die manier krijgen we een beter begrip van de geschiedenis van de Somme.

De collectie bestaat uit zo’n 75.000 authentieke, zeer uiteenlopende stukken, die de mentaliteit van de samenlevingen van de drie belangrijkste oorlogvoerende landen in 1914-1918 illustreert.

De serie van eenenvijftig etsen van Otto Dix (Der Krieg), die te zien is in de centrale zaal in Péronne, is een unieke getuigenis over de verschrikking en de absurditeit van de oorlog. Het Historial de la Grande Guerre heeft als enige openbare collectie in Frankrijk deze uiterst zeldzame serie in bewaring. Voor meer informatie kunt u terecht op de pagina die gewijd is aan de Otto Dix collectie.

*9355 items uit onze collecties (foto’s, foto-albums, ansichtkaarten en loopgravendagboeken) staan online op portail d’images des Archives départementales de la Somme

**Raadpleeg de 479 inzendingen op Pop, het open platform van het Franse erfgoed

De belangrijkste thema’s

Affiches

Affiches werden, als overdrager van informatie en propaganda, massaal gebruikt door alle oorlogvoerende landen. Als snel en direct communicatiemiddel geven de affiches op krachtige wijze uitdrukking aan de dagelijkse realiteit van het oorlogsleven achter het front en de manier waarop de verbeelding van het volk gemanipuleerd werd. Onze collecties bevatten zo’n duizend getekende affiches, merendeels lithografieën, en tekstaffiches (of plakkaten), hoofdzakelijk Duitse.

Ambachtelijke producten uit de loopgraven

Aan het begin van de 20e eeuw leefde 45% van de Franse bevolking op het platteland en hield er een sterke traditie op na om ambachtelijke producten te maken. We vinden vooral boeren aan het front, die tijdens de lange verblijven in de loopgraven probeerden de tijd te doden door het ter plaatse gevonden materiaal te bewerken en er een persoonlijk voorwerp van te maken.

Ansichtkaarten

Ansichtkaarten zijn bij uitstek geschikt om boodschappen te verspreiden. Ze werden tijdens de Grote Oorlog gebruikt als propagandamiddel, voornamelijk via karikaturen, maar ook door oneindig gesegmenteerde fotoreportages. De collecties van het Historial bevatten er duizenden van, geklasseerd op thema en geografische herkomst.

Kinderen in de Grote Oorlog

Net als de rest van de bevolking ondergingen kinderen de oorlog. Ook hun leven werd totaal op de kop gezet. Ook zij werden gebruikt in het conflict. Ze hebben bijgedragen aan de oorlogsinspanningen als overdrager en doelwit van de propaganda.

Poppen in oorlog

De poppenoorlog begon lang vóór 1914. In 1863 telde Parijs meer dan 100 winkels die volledig gewijd waren aan poppen. Maar 50 jaar later leek het alsof de Franse poppenfabrikanten uitgeblust waren, ondanks de acties van historici zoals Claretie en d’Allemagne en kunstenaars zoals Poulbot en Rabier.

Spelletjes en speelgoed in 1914 – 1918

Met de industriële revolutie aan het einde van de 18e eeuw nam de vervaardiging van speelgoed een hoge vlucht, die gepaard ging met een diepgaande verandering in sociaal denken. In 1914 “had ik onmiddellijk blijk gegeven van voorbeeldig patriottisme door een celluloid pop “made in Germany” te vertrappen, die trouwens van mijn zus was”, (1) zo schreef Simone de Beauvoir, waarmee ze zowel de ideologische als affectieve kracht van spelletjes en speelgoed liet zien.

Otto Dix

In 1914 trad Otto Dix, leerling van de Academie voor Schone Kunsten in Düsseldorf, op vierentwintig jarige leeftijd in dienst bij de Duitse troepen aan het westfront Als meester van het Duitse expressionisme maakte hij tussen 1920 en 1924, onder invloed van Grosz, een werk waarin hij in een aangrijpende en gewelddadige stijl zijn antimilitarisme en zijn haat tegen de oorlog uitdraagt.